Eeuwig Schaak heeft in de Avondcompetitie met maar liefst 3½-½ gewonnen van De Raadsheer B uit Zundert. Een verpletterende zege, maar in tegenstelling tot wat de eindstand doet vermoeden was de wedstrijd lang nog behoorlijk spannend.

Martin Wouters won eenvoudig van Mia van Baarsen. Hij walste echt over zijn tegenstandster heen. Hij won een paard, een dame en scoorde de 1-0 voor Eeuwig Schaak. De eerste stap op weg naar winst? Dat was op de andere borden allerminst onduidelijk. Kees van Hogeloon stond lekker, maar nog niet echt straal gewonnen. Robin Maas had een pion minder zonder echt zichtbare compensatie en Ger IJzermans had een pion meer in een onduidelijke stelling met zo te zien goede aanvalskansen voor zijn tegenstander. Dat kon dus nog alle kanten opvallen.

Bij Robin Maas, die speelde tegen Mark Schraets, draaide in één keer alles om. Robin won een cruciale pion en de hele stelling van Mark Schraets viel als een kaartenhuis in elkaar. Winst voor Robin, 2-0 voor Eeuwig Schaak. Kees van Hogeloon stond tegen Ralf van Aert intussen wel echt duidelijk gewonnen, maar hij kon ook met eeuwig schaak remise forceren en zo de teamwinst veilig stellen. Kees besloot op safe te spelen en koos voor het laatste. Bij Ger IJzermans, spelend tegen Mark Smolders, kon er nog van alles gebeuren en gebeurde er even later ook van alles. Ger verdedigde zich uitstekend en Mark Smolders kwam er maar niet doorheen, dus greep Mark naar een paardenmiddel, Hij offerde een toren om een beslissende aanval te forceren, maar die aanval bleek er helemaal niet in te zitten en zo stond Ger ineens een toren voor. Ger speelde het verder goed uit en won de partij. Eindresultaat: 3½-½ voor Eeuwig Schaak en die oppepper kon het Avondteam van Eeuwig Schaak wel even goed gebruiken.

Eeuwig Schaak – De Raadsheer B

Robin Maas (1731) – Mark Schraets (1662) 1 – 0

Kees van Hogeloon (1699) – Ralf van Aert ( – ) ½ – ½

Ger IJzermans (1566) – Mark Smolders ( – ) 1 – 0

Martin Wouters (1655) – Mia van Baarsen ( – ) 1 – 0

Er werd ook nog een inhaalpartij voor de competitie gespeeld. Wim Soeters speelde tegen Frans Peeters wederom een zeer goede partij, maar kreeg ook nu geen loon naar werken. Wim kwam beter te staan tegen Frans, maar Frans knokte zich terug en in een gelijkwaardige stelling… ging Wim door de vlag en verloor hij alsnog.

De moeilijkste fase van het schaakspel is het eindspel. Hoe minder stukken er op het bord overblijven, hoe moeilijker het wordt. Dat klinkt tegenstrijdig. Maar in het eindspel kan één zetje verkeerd, hoe onbenullig er het op het eerste gezicht ook uitziet, meteen het verschil maken tussen winnen of remise, of remise of verliezen. Een voorbeeld is de volgende stelling.

Wit staat gewonnen, maar hoe doet wit dat? Pat ligt op de loer: 1.Kf2?,h2 en pat is onvermijdelijk. Hoe dan wel? 1.Ke3-f3,h3-h2 2,Tg6-a6,Kh1-g1 3.Ta6-a1#.